Naar beneden getrokken door de geur van sandelhoud en ceder
Gevoed en getriggerd door de zwoelte van patchouli en jasmijn
Laat ik mezelf wegzinken, dieper en dieper
In de zwartte van de aarde.
Ik ruik de zwarte, vochtige aarde om mij heen,
Word er helemaal in omsloten
Zak er dieper en dieper in weg
Het voelt tegelijkertijd warm en koel.
De zwarte zwoele aarde omringt mijn hele lichaam
Naakt voel ik elke millimeter van mijn lichaam aangeraakt
Mijn lippen voelen haar vocht
Mijn tong proeft haar volle smaak
Toch laat de aarde mij ruimte om te ademen
Ze ademt als het ware met mij mee … op mijn ritme
Terwijl mijn romp uitzet en inkrimpt, ademt ze rustig mee
Volledig afgestemd
Is zij op mij afgestemd?
Of ik op haar?
Of zijn we misschien
Slechts één?
Veilig, warm, fris, levendig …
Voedend, wiegend, omhelzend …
Liefkozend … liefhebbend … verlangend
Diep … wortelend … verenigend
In een allesomvattende omhelzing
Geeft ze mij te kennen
Dat ik perfect bij haar pas
… En het raakt mij …
“Ik ben jou en jij bent mij.
Ik ben de warmte van het leven
Het innige, het intieme …
De omhelzing waar jij zo op wacht.”
“Ik ben man noch vrouw
En ik ben allebei
Wat ook maar bij je past
Kan ik je geven”
Ik ben wat alles maakt,
Wat alles laat leven
Vanuit de kosmos ge-vorm-d
Om verder leven te geven”
“De eeuwige (baar)moeder
Waaruit jij bent ontstaan
En samen
Maken wij leven”
Ik ben in jou en rondom jou
Je innerlijk en uiterlijk omhelzend
Eigenlijk ben ik jou
Je moet het alleen nog maar weten …”
“Maar eigenlijk wist je dat al 😉 ”
♥
(kp)
10/02/2013